Bromo en Kalibaru (Java) by Pim

17 mei 2019 - Kalibaru, Indonesië

We moesten om 02.45 uur al opstaan. Dat was wel heel vroeg. Niet leuk! Daarna reden we met een jeep een berg op, 2780 meter hoog! We gingen er naar de zonsopgang kijken. Maar we waren veel te vroeg en het was er koud. Na lang bibberen kwam de zon piepen. Wat een mooie zonsopgang was dat zeg! De lucht zag helemaal rood, geel, roze en oranje en onder ons dreven wolken tussen de bergen. Dan waren we toch niet voor niets opgestaan. We gingen ook naar de vulkaan kijken. De vulkaan heet Bromo en af en toe laat hij wat protjes (wolkjes). Een vulkaan is eigenlijk zoals een mond. Die geeft ook soms over en je kan het niet tegenhouden. Maar gelukkig gaf deze vulkaan niet over. Toen de zon op was, reden we met de jeep naar de lavavlakte. Daar stonden paardjes op ons te wachten. Billie en ik mochten op de rug van een paardje tot bijna aan de rand van de vulkaan klimmen. Mama en papa gingen te voet. Dat was wel een beetje wachten voor ons. Het laatste stukje naar de rand van de vulkaan moesten we langs een trap omhoog. Steil en we konden moeilijk ademen door de rook! We hadden een mondkapje nodig, maar hadden er geen bij. Gelukkig kreeg ik er een van een meneer. Mama, papa en Billie gebruikten hun sjaal. Vanuit de vulkaan kwam rook en als je er in valt, verbrand je levend. Eerst waren we bang van de vulkaan, maar daarna niet meer. Vulkanen zijn cool!

Na het ontbijt maakten we een lange rit naar Kalibaru, het volgende plaatsje. Onderweg zagen we helemaal naakte mannen die zich aan het wassen waren. Hun piemel konden we wel niet zien. Er botste ook nog een brommer tegen onze auto, maar het was niet zo erg. In het hotel waren we helemaal alleen! Dat vond ik wel een beetje jammer voor hen, want het was er heel mooi, met een riviertje en een zwembad en veel mooie bloemen. Gelukkig kwamen er de volgende dag wel mensen toe.

We bezochten een rubberplantage. Er groeide ook cacao, koffie, kruidnagel, doerian en kaneel. Rubber is het sap van een boom. Ze halen het sap eruit door met een raar mes sneetjes in de boom te maken. Daarna brengen de boeren de rubber naar de fabriek. Die fabriek was zoals vroeger. Ze werd in 1910 door de Nederlanders gebouwd en ze wordt nog steeds gebruikt. Ze werken op net dezelfde manier als toen. Het rubbersap wordt geperst tot rubberen lappen. Het stinkt er wel een beetje. We kregen een rubberen armbandje. Daarna dronken we thee en koffie en zagen een supergrote sprinkhaan. Toen kwamen er wel elf scoutsmeisjes die met ons op de foto wilden. Dat was grappig. Eentje viel zelfs op haar knieën van geluk omdat ze met papa op de foto mocht. Dat had hij nog nooit meegemaakt. Toen we wegreden waren ze nog een beetje aan het gillen en riepen ze “I love you” naar ons.

Foto’s

2 Reacties

  1. Gerard vanhooren:
    17 mei 2019
    Buitengewoon mooi ! groetjes
  2. Ine Herten:
    17 mei 2019
    Leuk en grappig verhaal, Pim! Knuffel x