Ijen (Java) by Billie

20 mei 2019 - Ijen, Indonesië

Vulkanen zijn leuk, maar je moet er zo vroeg voor opstaan. Om 4.00 uur deze keer! Mama en Pim bleven lekker slapen terwijl papa en ik er op uit trokken. We reden met de jeep naar het startpunt en daar aten we ons ontbijt uit een ontbijtdoos. Ik ging ook naar een Franse WC omdat ik niet gezien had dat er een deur verder een gewone WC was. Ik denk dat mijn ogen nog een beetje dicht zaten. Een Franse WC is niet zo handig!

Toen begonnen we aan de beklimming. Ik vond het wel een beetje spannend omdat er in het woud rond de vulkaan zwarte panters wonen. Onze gids had zelfs al eens een zwarte panter gezien die er een mens aan het opeten was. Ik hoop dat het een stroper was. De weg omhoog was 3 kilometer lang en heel steil. Maar het was wel heel mooi omdat de zon aan het opkomen was. Onderweg stonden er mijnwerkers met kleine karretjes met een kussen in die vroegen of we een ‘taxi’ wilden. Maar dat was niet nodig, ik kon zelf wel naar boven stappen. We kwamen wel Japanners en Chinezen tegen in zo’n karretje. Een beetje lui...

Vanop de kraterrand zagen we een mooi blauw meer. Het zou wel leuk zijn om er in te gaan zwemmen, maar het is heel heet en er hangen giftige gassen. Daarom mochten we niet te dichtbij komen. Vorig jaar dreef zo’n giftige wolk naar een dorpje op de vulkaanwand en alle 320 inwoners stierven en hun oogst ging kapot. Onze gids had gasmaskers bij, maar die waren eigenlijk niet nodig omdat de wind de zwavelstank de andere kant op blies. De zwaveldragers gaan wel gewoon zonder gasmasker of mondkapje naar beneden om in de krater grote, gele zwavelblokken te halen. Die zwavel vinden ze aan de rand van het meer. Als de zwavel het meer raakt ontstaat er blauw vuur, maar dat kan je alleen ‘s nachts zien. De zwaveldragers dragen wel 100 kilo zwavel in bamboemanden op hun schouders naar boven langs een heel steil rotspad. Daar moet je supersterk voor zijn. Papa probeerde ook zo’n manden te dragen en kon er nauwelijks mee blijven rechtstaan. De zwaveldragers gaan elke dag 9 keer naar beneden om zwavel te halen! Vanaf de top rijden ze dan met een karretje met daarop 300 kilogram zwavel 3 kilometer de vulkaanwand af. De sterkste zwaveldragers doen dat 3 keer per dag. Soms sterven er zwaveldragers omdat ze giftig gas inademen of omdat ze vallen. Voor 1 kilo zwavel krijgen ze 80 eurocent. Ze zijn echt moedig! Ik ga zeker aan hen denken als ik eens een lucifer aansteek.

Op de rand van de vulkaan tekenden we een hartje met de letter ‘E’ in omdat het de verjaardag van oma Esther was. Misschien kon ze het hartje wel zien, want we waren dichtbij de hemel.

Voor ons was het naar beneden gaan misschien nog wel het zwaarste van allemaal. Het deed pijn aan mijn knieën en mijn benen trilden ervan. Onze gids was een grapjas. Hij kon een heel zeldzaam vogeltje nabootsen. Telkens wanneer we andere gidsen of zwaveldragers tegenkwamen, deed hij het vogeltje na. Die stopten dan en keken naar boven om het vogeltje in de bomen te zoeken. En wij liepen fluitend verder. Daarna reden we met de jeep terug naar mama en Pim. Nu weet ik waar zwavel vandaan komt en hoe sommige mensen er hun leven voor wagen.

Later die dag gingen we met de boot naar Bali. In Bali moesten we afscheid nemen van Joko, onze chauffeur in Java en zagen we Freya, die de laatste twee weken met ons meereist.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ine Herten:
    22 mei 2019
    Mooi staaltje ervaringsgericht onderwijs 😉