Vietnam – de afrekening

11 april 2019 - Hanoi, Vietnam

Na 3 weken Vietnam maken we onze afrekening. Dit is wat wij zeker niet willen vergeten van het land Vietnam:

  • In Vietnam betalen ze met de Vietnamese Dong en enkel en alleen met Dong. Met onze dollars konden we, in tegenstelling tot in Cambodja, dus niets meer doen behalve ze omwisselen. Eén euro is ongeveer 26 000 Dong. We zijn dus Dong-miljonair geweest.
  • De Vietnamese taal blijft na drie weken nog steeds een geheimtaal voor ons. Ook al probeerden we, we spraken het toch steeds verkeerd uit. In Vietnam is de toon van je woord immers belangrijk. Zo betekent ‘ba’ zowel twee als vader, al wordt het wel anders uitgesproken. Bij het ene ga je wat omhoog als je ‘ba’ uitspreekt’, bij het andere hou je je stem op dezelfde toonhoogte. Begin maar eens…. Gelukkig konden we de menu’s deze keer wel lezen. Het Vietnamese schrift maakt immers ook gebruik van de Latijnse letters.
  • In de minder toeristische gebieden en eettentjes krijg je telkens als je een café of restaurant binnen stapt een gratis glas koude thee, nog voor je iets besteld hebt. Het woord Vietnamese woord voor café konden we trouwens wel uistpreken. Het is immers gewoon ‘café’ zoals wij het kennen. Ze schrijven het wel ‘ca phe’. (Een ander leenwoord is o to ga wat autogarage is.)
  • Langs de weg, zowel in de stad als in kleine dorpjes zie je vaak uithangborden waar 'Dong' op staat. Wij dachten dat dit een soort café was, maar het zijn hangmatten. In de caféétjes en eettenten waar dit uithangt, kan je immers tijdens of na het nuttigen van je drankje of eten nog wat relaxen in een hangmat.
  • De Vietnamese huizen in de steden zijn allemaal heel smal. Op het eerste zicht lijken ze dus klein. Schijn bedriegt echter; vaak gaan ze tot 100 meter diep. Dit zou het gevolg zijn van de vroegere manier van belasting heffen door de Fransen op onroerend goed. Men moest immers op de breedte van het huis betalen.
  • Boeddha lijkt in Vietnam niet zo vredelievend als op andere plaatsen. De meeste Boeddha’s die we tegenkwamen, keken boos. Misschien dat er daarom in Vietnam minder mensen gelovig zijn dan in buurland Cambodja? Of zou het communisme daar voor iets tussen zitten?
  • Het communisme is zeker nog aanwezig in Vietnam, dat bewijzen onder andere de vele vlaggen met hamer en sikkel in het straatbeeld. Toch zijn de Vietnamezen vrij om hun geluk in de markteconomie te beproeven. Bijna elke Vietnamese familie heeft aan de straatkant en dus in de eerste ruimte van hun lange huis, één of ander winkeltje.
  • Naast goddeloos en ondernemend lijken Vietnamezen ook op tradities gesteld. De typische kegelhoedjes zijn niet uit het straatbeeld weg te denken en aan elk huis staat een huisaltaartje. Ook al geloven ze dan niet in Boeddha of een andere God. Het vereren van de voorouders gebeurt door elke Vietnamees dagelijks.
  • Voor foodies is Vietnam the place to be. In elke stad vind je wel een andere heerlijke specialiteit, op elke straathoek een eetkraampje en over prijs/kwaliteit valt ook al niet te klagen. Voor 5 euro met zijn vieren eten en drinken, dat hebben we nog nergens anders gedaan… Het eten met stokjes hebben we hier trouwens ook goed kunnen oefenen, zelfs al bij de ontbijtsoep met noedels.
  • De rijstijl van de Vietnamezen is de meest chaotische die we al ooit gezien hebben ( al was het een nek aan nek race met de Ugandezen uit Kampala). In de straten van de steden heerst complete chaos: hoogbeladen fietsen, brommers (vaak met aanhangwagentje), auto’s, bussen, minivans en soms ook een kar getrokken door een waterbuffel wedijveren met elkaar voor het beste plaatsje op de rijbaan. Rode lichten tellen niet als je moet afslaan en voorrang van rechts kennen ze niet. De enige regel die wij hebben, kunnen ontdekken is GAAN en harder toeteren dan je buurman. En eens je in beweging bent en je gestaag blijft voortbewegen, houdt iedereen rekening met iedereen en vloeit alles vlekkeloos in elkaar…
  • De natuur in Vietnam is weelderig groen. In Cambodja was het het midden van het droogseizoen en zagen we geen enkel begroeid rijstveld. In Vietnam groeide de rijst vlotjes; blauwe hemels zagen we er echter niet veel. We hadden zelfs een beetje regen.
  • In Vietnam buigen de mensen niet bij wijze van begroeting. Wij dachten dat dat in heel Azië een gewoonte was…
  • De Vietnamezen zijn goede organisators en coördinators en daarenboven ook zeer vriendelijk. Elke uitstap die we maakten verliep super efficiënt. Soms haalde de efficiëntie het misschien net iets te veel van een persoonliijke benadering, maar voor ons als stipte westerlingen is reizen in een land waar het vertrekuur dat we krijgen ook wel degelijk het vertrekuur is, best wel handig.

En dan nog enkele ‘persoonlijke reisherinneringen’. Vietnam was het land waar...

  • ... Pim in een kleine week drie melktanden verloor en Billie een halve snijtand.
  • ... we ons voor het eerst bewust werden van het nut van websites als http://www.dentaldepartures.com. Zo is Billie ondertussen weer 0,25ste tand rijker.*
  • ... onze darmflora ons wat in de steek liet…
  • ... we geleerd hebben hoe beroemdheden zich moeten voelen. Voor hoeveel foto’s we (en dan vooral Billie en Pim) we geposeerd hebben en hoeveel stiekeme foto’s er van onze dochters getrokken zijn, valt niet meer bij te houden.
  • ... Billie en Pim voor het eerst een gebalsemd lijk gezien hebben, namelijk dat van Ho Chi Minh – voor hen één van de hoogtepunten van de reis tot nu.

* Dental tourism is misschien toch te overwegen voor mensen met een slecht gebit: voor het tandartsbezoek van Billie betaalden we voor een röntgenfoto en een vulling slechts 8 euro, inclusief het chatgesprek om de afspraak te maken om 10.00 uur ’s avonds, het advies van drie behandelende geneesheren en een opvolgmailtje.)

Foto’s